Mia was alles lief

Mia was alleen maar lief. Dat zegt haar nichtje Ineke, als zij op een fris zonnige lentedag haar tante aan Geestmerloo komt toevertrouwen. ‘Zij was alles lief’. En zorgzaam. De twee verzorgsters, die de negentigjarige dame in de afgelopen jaren als familie zijn beschouwen, knikken. Mia had heus tegenslag gekend, maar daar had ze zich stoer en taai doorheen geslagen. Zij was als een omaatje voor ieder. 

Tot vlak voor het heengaan, wilde Mia haar lichaam aan de wetenschap schenken, maar dat voelde plots niet goed. Een blokkade. Nichtje ging ermee aan de slag en kwam uit op Geestmerloo. Terug naar de natuur, dát paste bij de frivole, kleurrijke dame met bloemetjes in haar haren. Het was binnen een uurtje geregeld en toen kon Mia met een gerust hart inslapen.

Nichtje en een verzorgster kwamen een plekje kiezen en dat duurde niet lang. Het moest een rustig plekje zijn en al gauw voelden zij zich meegetrokken naar een vlak plekje in het grasland, dichtbij pad en wal. Dit was de plek, voelden zij tot in hun tenen.

Mia ligt enkele dagen later op een rieten draagbaar, in een katoenen doek, met lieve, stoere strikken. Temidden van tientallen hyacinten, roosjes, blauwe druifjes en andere lentebloemetjes. Een kaarsje met haar naam erop, het beertje dat zij de laatste tijd zo graag vasthield ernaast. Een ronddartelende vlindertje, dat voelt alleen maar als heel natuurlijk. 

Een dame van negentig, met bloemen in haar haar, komt op een zonnige dag in ons ontluikende gebied rusten. Precies daar waar dood en leven geruisloos in elkaar overvloeien. Het afscheid is ingetogen en in intieme, kleine kring. 

Maar de liefde voelbaar groots. En alles klopt.

Maureen

Geplaatst in Columns, Geestmerloo