Brian Post, een man van zijn woord
Patricia had een mooi gesprek met Brian. Zijn oma ligt op Geestmerloo begraven.
“Het komt eigenlijk door mij, dat oma hier ligt”, flapt Brian (10 jaar) eruit, als hij met zijn twee zusjes, zijn moeder, stiefvader en oom op de Natuurbegraafplaats is, om een graf voor zijn oma uit te kiezen. “Oh ja?” Geïntrigeerd kijk ik hem aan. Een pittig jochie, rossig, met zachte gelaatstrekken; gevoelig en moedig tegelijk.
“Oma wilde eigenlijk gecremeerd worden en had dat al jarenlang gezegd. Maar ik vond het geen fijn idee dat ze in het vuur zou verdwijnen, om daar als een hoopje as weer uit te komen. Dus toen ze ernstig ziek was, vroeg ik: ‘Waarom kom je niet op de natuurbegraafplaats liggen, oma, dat is vlakbij ons huis. Dan kan ik zelf naar je toelopen om af en toe even met je te praten.”
Oma vond het een mooi idee en wijzigde direct haar plannen. Met haar dochter heeft ze nog een rondje door het natuurgebied van de begraafplaats gemaakt. Ze vond het er prachtig en hoopte dat een paar veldmuisjes hun holletje gezellig vlak bij haar graf zouden gaan maken. “Zoeken jullie maar een mooi plekje voor me uit”, zei ze. Vlak daarna is ze overleden.
Brian en zijn zusjes hebben vrij van school gekregen, om te helpen met het uitzoeken van oma’s laatste rustplaats. Het wordt een graf aan de rand van het meer, met uitzicht op de natuurspeeltuin aan de andere kant van het water, waar de kinderen regelmatig spelen. Een paar dagen later krijgen ze weer vrij; nu om hun oma te begraven, in de kleurige kist die zij zelf hebben geschilderd. Ze strooien rozenblaadjes voor haar uit, op weg naar haar laatste rustplaats.
Ik denk dat het nog geen week later is, als ik op een middag door het veld loop en Brian zie staan bij het met bloemen overladen graf van zijn oma. ‘Een man van zijn woord’, denk ik geraakt.
Enige tijd later zit hij bij mij aan tafel. Ik heb gevraagd of hij het fijn zou vinden wat te vertellen over de band met zijn oma en dat wilde hij wel.
“De Natuurbegraafplaats past heel goed bij oma, want ze hield van de natuur. Ze ging vaak tuinieren met mij en mijn zusje. En toen mijn moeder en haar broer nog klein waren, ging ze met hun ook graag de natuur in.”
Als alleenstaande moeder met weinig centjes, wist ze dankzij haar creativiteit van niets iets te maken. Ook al had ze vanaf haar zesentwintigste een ziekte aan haar been, waardoor ze slecht kon lopen, ze zorgde ervoor dat haar kinderen een fantastische jeugd hadden, inclusief vakanties. Dan gingen ze de hele dag naar zee; fietskar achter de scootmobiel met een picknick voor op het strand. Of ze gingen lekker kamperen. Terwijl de kinderen ontbeten, maakte moeder -slecht ter been of niet- de toiletten schoon, om de camping te kunnen betalen. Ook thuis was iedereen welkom; er waren altijd kinderen over de vloer. Haar zoon gaf wekelijks feesten voor zijn vrienden en zij bakte dan stapels pannenkoeken. En als één van die jongeren thuis niet zo lekker ging, mocht hij of zij komen logeren, ook al duurde het een jaar. Ze was een veilige haven, voor de kinderen én voor hun ouders…
Het afscheid van zijn oma heeft bij Brian heel wat losgemaakt. Op school kan hij zich minder goed concentreren, zijn eetlust is weg en soms is hij misselijk, of heeft hij hoofdpijn. ‘Oma-ziek’, noemen ze het thuis. Gelukkig heeft hij een lieve moeder, een aandachtige juf en een goede schoolvriend met wie hij altijd kan praten. En vooral praten met oma geeft hem rust.
Brian: “Dan zit ik op de boomstam die bij haar graf ligt en dan voel ik dat ze heel dichtbij is. Ze zit naast me”. Volgens Brian is dat ook zichtbaar, aan het zit kuiltje dat naast hem in het hout ontstaat. De ene keer doet hij een spelletje met haar, op zijn mobiel, zoals hij dat voorheen ook met haar deed, thuis op de bank. De andere keer vertelt hij over iets dat gebeurd is, of over hoe het met hem gaat. Haar antwoord hoort hij in zijn hoofd: “Maar Brian, dat kun jij toch veel beter?” of: “Rustig maar lieverd, je doet het goed.”
Ze hebben altijd al een bijzonder lijntje gehad. Zo is oma van de ene op de andere dag gestopt met roken, toen Brian op zijn derde jaar tegen haar zei dat ze vies rook. Volgens Brian heeft dat ervoor gezorgd dat ze in elk geval nog een paar jaar langer mocht leven.
Tijdens de scheiding van zijn ouders in corona tijd is die band alleen maar versterkt. Brian woonde toen negen maanden met zijn moeder en zusje bij oma, in haar kleine maisonnette. Terwijl Brians moeder vanuit huis werkte, nam oma een deel van de schoolbegeleiding op zich.
“Ik kon alles met haar bespreken, wanneer ik bijvoorbeeld verdrietig was, omdat het niet zo boterde tussen mij en mijn vader en ik niet goed met mijn stiefmoeder overweg kon. Ook toen we weer in een eigen huis woonden en ik weer naar school ging, mocht ik oma altijd bellen. Als ik haar dan sprak omdat er iets vervelends was gebeurd op school, wist zij precies het goede grapje te maken, waardoor ik me weer beter voelde.”
Hoe sterk hun band was, bleek ook toen zij in haar laatste levensfase palliatieve sedatie had gekregen (het verlichten van onbehandelbaar lijden, door het bewustzijn te verlagen.) Ze was in een diepe slaap en reageerde niet meer op de verpleegsters en zelfs niet meer op haar dochter. Maar toen Brian binnenkwam, werd ze wakker, alsof ze hem kon ruiken. Tot verbazing van de artsen sloeg ze haar ogen op en wist ze slaapdronken haar armen te bewegen om hem uit te nodigen voor een knuffel.
Hoe zie jij dat, Brian, waar is iemand die dood is?
“Bij de dromen-boom. Als je gaat slapen, dan ben je daar, voor je doorreist in een droom. En als je sterft, gaat je lichaam dood, maar je ziel verhuist naar de dromen-boom. Oma heeft daar nu haar huisje. Ze is daar niet slecht ter been en er is ook geen pijn. En soms komt ze even naar mij.”
Geplaatst in Alle berichten, Geestmerloo, Natuur, Nieuws