Maak kennis met… Dirk

 Natuurbeheerder Dirk Leijen: “Ik ben een nuchtere West-Fries waarin toch gevoel zit.   

In zijn vrije tijd rent hij bijna iedere week twee halve marathons, het liefst op een regenachtige ochtend, door de stille duinen. Daarnaast doet hij de ene wedstrijd na de andere, al rennend, fietsend, of per kano. Ook als medewerker natuurbeheer op Natuurbegraafplaats Geestmerloo is hij helemaal op zijn plek; altijd lekker buiten en actief in de natuur. Een stoere en nuchtere West-Fries met onvermoede kanten; hij blijkt meer en meer een gevoelsmens en ontpopt zich als onze ‘huiskunstenaar’.

Dirk Leijen, 59 jaar, heeft de liefde voor de natuur vroeg mee gekregen. Als mannetje van zes stond hij al op het veld om aardappels te rooien op het tuinbouwbedrijf van zijn vader in Stroet. Spelenderwijs leerde hij hoe alles groeit en bloeit en wat de gewassen nodig hebben. Van biologische landbouw had zijn vader nog niet gehoord, maar hij leerde de kleine Dirk wel respectvol omgaan met de natuur. Zo werden slootkanten niet bespoten om het leven in de sloten te behouden. 

Na de Agrarische school ging Dirk zijn eigen weg: “In militaire dienst leerde ik zelfstandig worden. Daarna werkte ik in de staalbouw, waar ik creatief werd in het vinden van oplossingen. De mobiele telefoon had zijn intrede nog niet gedaan, dus als je er niet uitkwam met je berg stalen platen en je bak schroeven, moest je het probleem zelf zien op te lossen. Ik werkte in de Rotterdamse haven; de volle week buffelen en thuis lag je het hele weekend plat op bed om weer bij te komen.”

Om meer tijd voor zijn kinderen te hebben, ging hij ander werk doen. Eerst bij de provincie Noord Holland, later bij de gemeente Heerhugowaard, waar hij zich graag bezighield met vergroening.  Dirk: “Bij al mijn werkzaamheden keek ik met een groen oog: moet die beschoeiing echt vervangen worden, of is er ook een ecologisch alternatief? Is dat dubbele pad werkelijk nodig, of kan het ook een mooie groenstrook worden?” 

Toen de vacature van Geestmerloo voorbij kwam, twijfelde hij.“Op begraafplaatsen hangt vaak zo’n bedrukte, zware sfeer, dacht ik. Je moet er stil zijn en er is geen ruimte voor een geintje. Mensen zijn in de rouw, ze komen er voor zichzelf en zoeken geen contact.” Maar tijdens een fietstochtje ging hij er toch even kijken. Geestmerloo bleek heel anders dan hij zich had voorgesteld: “Het is meer een natuurpark met ontspannen wandelaars, waar ‘toevallig’ ook mensen worden begraven. Hoe meer ik me ging verdiepen in natuurbegraven, hoe duidelijker het werd dat het juist echt bij me past. En er zijn genoeg ontmoetingen. Als ik een urngraf aan het graven ben, komen mensen vaak nieuwsgierig een praatje maken. Dan komen er ook weleens vooroordelen voorbij. Sommige mensen denken bijvoorbeeld dat je op een natuurbegraafplaats in je blootje wordt begraven. Of in een laken. Dan vertel ik die mensen wat meer, of nodig ze uit om onze expositie in de schuur eens te bekijken, om te zien hoeveel er mogelijk is.” 

“Behalve de vrijheid, vind ik mooi aan dit werk dat ik er ook mijn gevoel en creativiteit in kwijt kan. Dat begon al toen ik mijn eerste urnengraf aan het graven was. Een collega kwam naar me toe en vroeg: ‘mevrouw heeft iets gezien met stro en een hart op de grond. Kun jij dat maken?’. Ik heb toen een hart van lang gras gemaakt, versierd met van alles wat hier groeit, zoals kleurige bloemen en bessen. Dat heb ik op de bodem van het urnengraf gelegd; een zachte plek om de urn op te zetten.” 

Wanneer hij genoeg tijd over heeft, doet hij het af en toe nog weleens. Dan ligt er ineens een mooi rozet van groene bladeren onder in een urnengraf, gedecoreerd met de goudgele bloempjes van Klein hoefblad. Of hij heeft een cirkel van lang gras gevormd -die doet denken aan een zacht vogelnestje- bespikkeld met oranje-roze kardinaalsmutsjes.  Het materiaal waarmee hij werkt wordt bepaald door het seizoen; de natuur biedt altijd schoonheid en troost.

Dirk toverde al menige ontroerde glimlach op de gezichten van nabestaanden. “Als je iemand gaat begraven, is dat niet bepaald de mooiste dag van je leven. Maar ik kan wel proberen het zo mooi mogelijk te maken. Dat beetje extra aandacht maakt dit werk voor mij betekenisvol.” 

“Ik ben een nuchtere West-Fries, waarin toch gevoel zit”, lacht hij. “Je ziet hier een andere kant van het leven. Dit is een plek waar emoties een grote rol spelen. In het dagelijkse leven heb je het als Westfries normaal gesproken niet over je eigen narigheid. Als iets niet lekker gaat, in je relatie, of financieel, houd je je kaarten tegen de borst; dan ben je minder kwetsbaar. Want ‘het kan ook te gek, hè’, en dan ben je al snel ‘een jankert’. Als West-Friezen iets wegkijken, is het de dood. Daar hebben we het niet over, dat komt later wel.

Daar ben ik anders in geworden; de dood wordt bespreekbaar als je hier werkt. Op feestjes zoeken mensen me op om erover te praten en delen ineens dingen, omdat ze weten dat ik op Geestmerloo werk. ‘Dirk heeft daar misschien een antwoord op’, denken ze dan. Of: ‘Hij kan daar wel mee overweg.’  Hier werken doet iets met je. Mensen die hier komen, zijn op hun kwetsbaarst. Een dierbare verliezen is misschien wel de meest pijnlijke ervaring in het leven. Hier kun je je door de hele omgeving kwetsbaarder opstellen en je zwakheden laten zien, zonder bang te zijn dat ze je er op kunnen pakken. Ik merk dat ik zelf ook steeds makkelijker mijn gevoel toon; ik spreek me eerder uit.”

Op een rustige maandag zonder begrafenis meldt een bezoeker dat er een dode eend bij de brug ligt. Gepakt door een vos of hond. Natuurbeheerder Dirk gaat er heen om het dier op te ruimen. Even later staat er een bericht op de kantoor- app: “Toch nog een begrafenis vandaag.” Een bijgevoegde foto toont een woerd in een heel klein grafje, bekleed met gras. Op het bergje aarde naast het graf ligt een mini hart versierd met losse donsveertjes. 

 

Geplaatst in Alle berichten, Geestmerloo, Natuur, Nieuws