Een laatste jas

Schapen grazen op de natuurbegraafplaats. Ze eten van het gras en de kruiden die hier groeien. Als het voedsel schaars dreigt te worden verplaatsen wij ze naar een nieuwe plek vol vers mals gras. 

Hun wollen vacht beschermt ze in de winter tegen de kou. De haartjes zelf zijn niet zo warm maar de lucht ertussen wordt gevangen gehouden. Deze isolerende laag voorkomt dat een schaap haar lichaamswarmte verliest. In de zomer houdt de wollen vacht de warmte van buitenaf juist tegen.

Zo’n één keer paar jaar worden ze geschoren. Dat is nodig omdat schapen zelf niet meer in de rui zijn. Een schaap met teveel vacht heeft kans op omvallen en kan niet meer zelf terugdraaien. Dan zal het schaap het niet overleven. 

De wol die van een schaap afkomt kunnen wij mensen goed gebruiken. Wij maken er kleding van of bijvoorbeeld tapijten of dekens. Of wades om in begraven te worden, een laatste jas van wol. 

De wol die van een schaap afkomt moet eerst worden behandeld voordat je het kunt gebruiken. Het moet gewassen worden en gekaard. Bij kaarden ontwar je de vezels, bijvoorbeeld met een stalen kam. Daarna is de wol klaar om verder verwerkt te worden. Je kunt dan gaan spinnen of vilten en de wol een kleurtje geven. 

Anneke Copier (annekecopier.nl) en José Glas (rouwdoeken.nl) verwerken de wol van onze schapen tot rouwdoeken, een laatste jas van wol. In deze doeken kun je begraven worden op Geestmerloo. Een aantal mensen hebben dit al gedaan of hebben aangegeven dit te willen zodra zij hun plekje op Geestmerloo innemen. Hoe mooi is de cirkel dan weer rond? 

Kijk voor een mooie rouwdoek van José op www.rouwdoeken.nl of laat je laatste jas maken door Anneke:http://www.annekecopier.nl

Deze laatste jas is gemaakt van wol van één van onze kuddes. De wol is gekleurd met zuring die op onze natuurbegraafplaats groeit.

Geplaatst in Alle berichten, Geestmerloo, Natuur